5 gouden tips voor ouderencommunicatie

1. Bedenk welke ouderen je wilt bereiken

Wanneer ben je een ‘oudere’? Leeftijd is uiteindelijk maar een getal, en één type oudere bestaat natuurlijk niet. Ouderen zijn wat dat betreft net mensen ;). Let bij het aanspreken van ouderen allereerst goed op je woordkeuze. Benader ze bijvoorbeeld liever niet als senioren of bejaarden, maar bijvoorbeeld 65+’er. Die eerste is een gevoel, de tweede een feit. Maar uiteindelijk ben je zo oud als je je voelt, toch?!

Bedenk zoals je bij elke communicatie uiting doet wie je doelgroep is. Je hebt vast een bepaald type oudere voor ogen: focus je je meer op de oudere ouderen, kwetsbare ouderen, vitale ouderen, ouderen met een migratieachtergrond, sportieve ouderen of de babyboom generatie? Maak gebruik van persona’s om je doelgroep goed in beeld te krijgen: wie is jouw doelgroep, hoe oud zijn ze, wat zijn hun hobby’s, werken ze nog, wat is hun achtergrond? Bedenk ook of jouw doelgroep online te vinden is, of je je toch beter kunt focussen op offline-communicatie en mond-tot-mond reclame.

2. Omarm mond-tot-mond reclame en wijkkrantjes, maar onderschat de digitale kanalen niet!

Het meest effectieve communicatiemiddel voor ouderen? Mond-tot-mond reclame! Ze vinden het vaak fijn om te weten dat vrienden, familie en kennissen enthousiast over iets zijn, van hen nemen ze het snelste iets aan. Ook wijkkrantjes worden door ouderen veel gelezen. Ga dus vooral na wat voor wijkkrantjes er zijn in het gebied waar jij jouw dienst/product wil verspreiden. Denk daarnaast ook aan folders en flyers. Drukwerk is een belangrijke tool in de wereld van ouderencommunicatie. Waar komt jouw doelgroep vooral? De supermarkt, fysiotherapeut, bibliotheek of buurthuis? Leg daar je folders en flyers neer.

Moet je dan alleen offline communiceren met een oudere doelgroep? Zeker niet! Het grootste deel van de 65+’ers zit op Facebook en gebruikt WhatsApp. Deel daarnaast online je flyer, stuur een nieuwsbrief uit en verwijs overal door naar je eigen website waar al jouw informatie te vinden is. Strijk niet alle ouderen over één kam, denk goed na welke middelen bij jouw doelgroep passen. Wees wel uitgebreid in je informatieverschaffing; geef duidelijk aan waar het om gaat, hoe ze contact op kunnen nemen of vragen kunnen stellen, geef duidelijk de datum, tijd en plaats aan en voorzie eventueel in een routebeschrijving. Ouderen zoeken dat soort dingen toch minder snel extern nog even op.

3. Benoem gevoelens en weerleg weerstanden met ervaringdeskundigen

‘Ik kan dat toch helemaal niet’ of ‘dat is niks voor mij’ zijn zinnen die je vaak hoort wanneer je ouderen motiveert iets nieuws te proberen/ondernemen. Ontkracht smoesjes, bewijs het tegendeel! Laat iemand aan het woord die er eerst ook zo over dacht, maar hier nu helemaal positief over is. Zo lieten we Doortrapper Marian haar positieve ervaring met een fietsspiegel delen:

4. Stem je middelen af op slechtzienden/slechthorenden en laaggeletterden

Waar een achtergrondmuziekje vaak zorgt voor extra sfeer, kan het juist ook zorgen voor extra ruis. Vergeet niet dat ouderen vaak gehoor- en/of zicht problemen hebben. Zorg er daarom voor dat filmpjes ondertiteld zijn, minimaliseer achtergrondgeluid of gebruik een groter lettertype op posters of flyers. Denk ook eens aan een tv- of radiospotje. Twijfel je of de woordkeuze goed genoeg is voor laaggeletterden? Check via https://ishetb1.nl/ of een woord gemakkelijk te begrijpen is, of kijk op de website van Lezen en Schrijven voor meer info over en tips voor het rekening houden met laaggeletterdheid. Zo zijn je middelen op de juiste manier aangepast.

5. Less is more

Gebruik heldere communicatie zonder poespas. Zorg voor zo min mogelijk ruis in je middelen. Dat doe je door puur de benodigde informatie te benoemen en het beeld rustig te houden. Zo weet de lezer direct waar het over gaat, of het voor hen bedoeld is en hoe ze in actie kunnen komen (verwijs ze bijvoorbeeld naar je website of voeg een ‘inschrijven’ knop toe). Let wel op: ouderen houden, net zoals iedereen, van gezelligheid! Straal dat uit in je tekst en beeld. Organiseer je een activiteit? Voeg dan een foto toe die lachende mensen laat zien die samen die activiteit doen. Zorg ervoor dat je beeld de sfeer uitstraalt die past bij het project en zorgt voor herkenning van jouw potentiële doelgroep. Wanneer we jongeren targetten, zoeken we beeld met modellen die ongeveer net zo oud zijn als zij. Ouderen voelen zich vaak niet aangesproken door foto’s van mensen van hun eigen leeftijd. Zij reageren vaak veel beter op beeld met modellen die +- 10 jaar jonger zijn dan zij. Dat beeld past veel beter bij het beeld wat ze van zichzelf hebben. Toon 50+’ers daarom zeker levendig en jong!

Veilig blijven fietsen met doortrappen

Een project waar we bij Keijzer onze kennis over ouderencommunicatie inzetten is Doortrappen, een initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Keijzer houdt zich bezig met de Doortrappen communicatie in de Vervoersregio Amsterdam en de Gemeente Amsterdam. (Mede) door te fietsen blijf je langer gezond, sociaal en zelfredzaam. Het programma Doortrappen heeft de ambitie dat 55+’ers zo lang mogelijk veilig blijven fietsen, het liefst tot hun 100e! Doortrappen motiveert hen zelf maatregelen te nemen om veilig te blijven fietsen. Dit start allemaal met kennis en zelfeffectiviteit: in hoeverre is de doelgroep zich bewust van de eigen mogelijkheden en beperkingen? Dit bereiken we onder andere door tips, verhalen en leuke fietsroutes te delen via de Doortrappen website en Doortrappen Amsterdam Facebook pagina, maar ook door flyers uit te delen op straat en bij buurthuizen, posters in de wijk en artikelen in wijkkrantjes.